
Lien Simmering (11) ging een dialoog aan met de kleuren en patronen op het papier van de krant zelf. Het geheel krijgt daardoor een haast ornamentele kwaliteit. De vrolijke abstractie van Simmering krijgt iets onheilspellend omdat Simmering de door haar bewerkte Kunst-is-nooit-af-pagina op de grond plaatst. De voeten waarvan we tien gelakte tenen zien kunnen er ieder moment op gaan staan. Veegt Simmering haar voeten af op de Kunst-is-nooit-af-pagina? Of staat zij op het punt erop te knielen en verheft zij de Kunst-is-nooit-af-pagina zo tot bidkleed?
Het was precies die spanning tussen ontheiligen en overgave die onze curator deed besluiten dat dit belangrijke werk thuishoorde in onze belangrijke collectie.
Een contemporain tableau vanitas

Irene Telling (10) refereert in haar keuze de Kunst-is-nooit-af-pagina om te vormen tot een Haas onmiskenbaar aan Feldhase, de wereldberoemde aquarel van de Duitse kunstenaar Albrecht Dürer(1471-1528). Deze ode aan die natuurstudie kan worden gezien als een onsentimentele hommage aan de figuratieve kunstgeschiedenis.
Door haar sculpturale benadering dwingt Telling ons na te denken over haar materiaal en onze verwachtingen met betrekking tot dimensionaliteit.
Door haar veldhaas met vergankelijk poeder van details te voorzien en hem in de buitenlucht te situeren, tussen de asters, herinnert Telling ons eraan hoe kwetsbaar en vergankelijk het leven is. Daarmee maakte ze de Kunst-is-nooit-af-pagina tot een contemporain tableau vanitas. Onze curator heeft dit onmisbare, belangrijke werk voor onze collectie kunnen acquireren.
Nadenken over het oordeel van de criticus

Vera Boddaert (11) koos ervoor de Kunst-is-nooit-af-pagina met een interventie om te vormen tot de origamisculptuur Pauw en Bloem.
Boddaert dwingt de kijker zo positie te kiezen in de discussie rondom culturele appropriatie zoals die dagelijks op de pagina’s van de krant wordt gevoerd.
Door de Japanse vouwtechniek toe te passen op de statische kunstpagina’s van deze gezaghebbende krant suggereert Boddaert op radicale wijze dat kunst veel soepeler en meerduidiger is dan welke kunstkritiek ook ooit kan zijn.
Ze dwingt de kijker na te denken over de vraag hoe definitief het oordeel van de criticus is. De Kunst-is-nooit-af-pagina wordt zo een Kunstkritiek-is-nooit-af-pagina.
Niet alleen is onze curator trots op deze belangrijke aankoop, in onze museumshop zijn inmiddels kleine replica Kunst-is-nooit-af-pagina’s te koop, zodat u thuis uw eigen gecertificeerde Pauw en Bloem-pagina kunt maken.
Middenin een typisch Nederlands perspectivisch discours

Luna Vincken (9) gebruikte de Kunst-is-nooit-af-pagina om op een ingetogen maar zelfverzekerde wijze materiaalonderzoek te doen. Al krullend en draaiend stelt ze op een heel tactiele wijze de vraag ter discussie waar abstractie begint en figuratieve kunst ophoudt. Daarmee staat ze midden in een typisch Nederlands perspectivisch discours dat van Vermeer rechtstreeks naar Willem de Kooning loopt.
Vincken brengt in haar schets een dynamiek teweeg die de kijker steeds dwingt nieuwe figuren te ontdekken. „Is het een hoorntje ijs?”, vroeg het hoofd van onze educatieve dienst zich af. „Of is het een architectonisch onderzoek naar de mogelijkheden van een tweedimensionale krantenpagina in een driedimensionale configuratie?”
Die dynamiek maakt dat we dit belangrijke werk van Vinken wel moesten opnemen in onze belangwekkende collectie.
Op zeer verontrustende wijze medeplichtig

Het werk is politiek omdat de kunstenaar ons dwingt zelf positie te kiezen. Willen we het verleden aansteken en vernietigen, of zijn we bereid de brand te blussen en ons zo te verzoenen met dat wat voor ons kwam?
Onze curatoren zijn erg onder de indruk van de wijze waarop Kamminga op humoristische wijze de kijker medeplichtig maakt in haar daad van verzet. Of was het een daad van submissie? Blust ze de brand en kiest ze voor de canon en daarmee voor de consensus omtrent de esthetische status-quo?
De waterslang die ze vast heeft loopt rechtstreeks richting de kijker. Daarmee maakt ze ons op een zeer verontrustende wijze medeplichtig aan haar eigen handelen.
Haar virtuoze gebruik van diagonalen en de iconische muurschildering op de achtergrond hebben een haast filmische kwaliteit die deze foto tot een gelaagd topwerk maakt.
Met dank aan de Vereniging Rem-brand hebben we dit meesterwerk toe kunnen voegen aan onze collectie.
Schier oneindig in meerduidigheid

Zamo (11) positioneert zichzelf met haar radicale keuze voor figuratieve schilderkunst meteen op het ambigue grensgebied tussen figuratieve en conceptuele kunst. Haar brutale keuze de gehele pagina over te schilderen is een interventie die in haar rebellie doet denken aan het urinoir van Marcel Duchamp. Waar Duchamp een pisbak in een museale setting plaatste draait Zamo die interventie radicaal om door ons op een contemporaine wijze te laten zien dat representatie, compositie en schoonheid nog altijd de basis vormen van de kunst.
Is dit met groots en levendig kleurgevoel samengestelde schilderij een zelfportret, of is het juist iemand anders die ons aankijkt? Of zijn wij de ander en is ieder zelfportret in wezen een spiegel waarin de maker ons de kans geeft onszelf te zien? Het spiegelpaleis dat Zamo bouwde is niet alleen schitterend, het is vooral ook schier oneindig in meerduidigheid.
Dit schilderij gaat over kijken: we kijken naar Zamo die naar ons kijkt. Tegelijkertijd kijken we naar abstracte vormen die samen als een soort legpuzzel ons een beeld geven van hoe de museale toekomst eruit zou kunnen en misschien moeten zien. Figuratief met een ongegeneerde overgave aan schoonheid en ambachtelijkheid.
Dat Zamo ervoor gekozen heeft in deze tijd een portret zonder masker te schilderen laat zien dat ze zich niet laat leiden door politieke en maatschappelijke grillen maar dat ze zocht naar een tijdloos beeld dat in het museum voor belangrijke kunst niet mocht ontbreken.