27 maart 2022
OVT radio: Alex en Simon
Bij al het nieuws over Oekraïense vluchtelingen moet ik de laatste tijd steeds denken aan Simon en Alex. Twee jongens met wie ik in het najaar van 1991 een half jaar lang een kamer deelde. Simon uit Rus, Alex een Oekraïner.
Na mijn middelbare school was ik voor een half jaar naar Israël vertrokken.
Net als mijn ouders, die kort na de oorlog naar Israël immigreerden, om voor mijn geboorte weer terug te keren naar Nederland, volgde ik het speciale ulpan programma dat sinds jaar en dag door de kibboets beweging wordt aangeboden om nieuwe immigranten op weg te helpen in Israël.
Met dat verschil dat ik, in tegenstelling tot mijn ouders, niet persé van plan was naar Israël te immigreren. Ik wilde vooral het huis uit en de taal leren die ik als enige in mijn familie niet machtig was.
’s ochtend raapte ik eieren in de kippenschuur die uitkeek over de Westbank, ‘s middags volgde ik Hebreeuwse les met de andere ulpan studenten.
Grofweg de helft van onze groep bestond uit Amerikaanse, Franse, Canadese en Engelse jongeren die net als ik vooral naar Israël waren gekomen om een tussen jaar in te vullen.
Het zionisme is immers, behalve een gecompliceerde veelkoppig politieke ideologie, ook altijd een diplomatieke manier geweest voor joodse jongeren om ver van hun ouderlijk huis de bloemetjes buiten te zetten.
Behalve ons werk, en de Hebreeuwse les bestonden de dagen op de kibboets vooral uit flirten, versieren en roddelen over wie er allemaal wat met wie had gedaan.
De andere helft van onze groep bestond uit immigranten uit wat toen het voormalige Oostblok werd genoemd.
In tegenstelling tot de westerse jongeren waren de Oost-Europeanen niet op een lange vakantie. Ze hadden geen dure rugzak met Bart Simpson T-shirts en discmans bij zich.
Meer dan wat oude kleding en een stapeltje boeken bezaten ze niet.
Voor hun was het verblijf in de Kibboets beslist geen vakantie maar het begin van een onzekere toekomst in een land waar ze gemengde gevoelens bij hadden.
Simon, die uit Moskou kwam, was een wat mollige jongen met rode wangen die rechtstreeks uit het rode leger naar Israël was gekomen. Simon maakte er geen geheim van dat hij liever naar Amerika was gegaan. Israël was zijn tweede keus. Zodra de kans zich voor deed zou hij per direct alsnog op het vliegtuig stappen:
Crazie People, verzuchte hij hoofdschuddend, als hij het had over de Kibboets bewoners die al hun bezittingen met elkaar deelden. Dat was nu precies het communisme dat hij had hopen te ontvluchten.
Hij was uit Moskou vertrokken omdat hij geld wilde verdienen om een toekomst op te bouwen, en precies die kans werd hem zolang hij op de kibboets zat ontnomen.
Als hij alleen in onze kamer was draaide Simon een bandje met hardrock muziek dat hij uit Moskou had megenomen.
Alex, een lange magere jongen met een flassnorretje die uit Kiev afkomstig was, zei nog minder. Zwijgend las hij boeken en rookte sigaretten die hij kocht van het weinige zakgeld dat we verdienden.
Ook herinner ik mij Olga, die iedere dag een paar uur list speelde op de legt gestemde in de piano in de gemeenschappelijke ruimte. Ze werd door de andere Oost-Europeanen niet helemaal serieus genomen omdat ze zich met haar, in hun ogen nutteloze conservatorium studie, beter zou voelen dan de rest.
Een Roemeense vrouw uit onze groep werd na twee maanden van de kibboets gestuurd om dat ze om onduidelijke redenen een gigantische rol verpakkingsmateriaal uit de kibboets fabriek had gestolen. Ik vermoed dat ze die rol. Gesloten had omdat ze verder geen bezittingen had. Liever een grote rol plastic onder je bed, dan helemaal niets, zal ze gedacht hebben.
Bij aankomst op de Kibboets mochten we kiezen met wie we een kamer zouden delen. Ik koos voor Simon en Alex omdat het mij wel interessant leek om kennis te maken met twee leeftijdsgenoten uit Oost-Europa.
Een half jaar lang sliepen we samen op een kamertje.
Ik en Alex aan de ééne kant, Simon aan de andere kant.
Toch kan ik mij verder weinig over ze herinneren.
Het taalverschil was te groot. Bovendien kwamen we uit werelden die zo verschillend waren dat het ons niet lukt om dichter tot elkaar te komen.