12 februari 2024
Theaterkrant
“Valentina Tóth en Lisa Ostermann zijn beiden deze week in première gegaan. Het lijkt me het einde van de discussie over de (tamelijk onzinnige, maar nog steeds rondzingende) vraag of vrouwen net zo veel comedy met diepgang kunnen brengen als mannen.”
Schrijft Patrick van den Hanenberg op 10 februari in de theaterkant. Dat klinkt allemaal reuze progressief, maar wat een compliment lijkt is in wezen een seksistische schoffering uit de pen van iemand die zich jarenlang actief heeft ingezet om vrouwen in het Nederlands cabaret tegen te werken.
Zou het echt zo erg zijn? Lees maar even mee:
In 2012 zat van den Hanenberg, zoals wel vaker, in de jury van de VSCD cabaret prijzen. Prijzen die door de Vereniging van Schouwburg en Concertzaal Directeuren (VSCD) in het leven zijn geroepen om ieder jaar uit het grote aanbod aan cabaretiers een paar namen omhoog te houden die meer publiek verdienen. Van den Hanenberg gebruikte dat podium niet alleen om vrouwen geen prijzen te geven, maar ook om tijdens de uitreiking expliciet uit te leggen waarom vrouwen beter een ander vak kunnen kiezen.
“Mannen zitten in een luxepositie om het leven te bevragen, terwijl vrouwen het zich niet kunnen permitteren om zich al te kritisch over de grote zaken van het leven uit te laten, want een vrouw geeft het leven en daar moet ze zorg voor dragen.”
Er was dus wat van den Hanenberg helemaal geen discussie nodig. Het zit bij vrouwen in hun DNA dat ze zich niet kunnen permitteren “om zich al te kritisch over de grote zaken van het leven uit te laten.”
Dat van den Hanenberg niet alleen stond in zijn opvattingen bleek wel uit het feit dat geen van de juryleden nog een schouwburgdirecteur, publiekelijk protest aantekende tegen dit staaltje geïnstitutionaliseerd seksisme. De schouwburgdirecteuren bepalen niet alleen wie die prijs krijgt, maar ook of iemand wel of niet gebruik mag maken van een podium.
Dat we ondanks dit hardnekkige en kwaadaardige vooroordeel in Nederland al jaren vrouwelijke cabaretiers van hoog niveau kunnen bewonderen, hebben we te danken aan vrouwen die ondanks al tegenwind toch door hebben gezet. Zonder mensen die denken als van den Hanenberg waren dat er ongetwijfeld veel meer geweest. Veel vrouwen met talent hebben zich door die tegenwerking nooit kunnen ontplooien. Een treurige constatering voor die vrouwen en voor het publiek.
Voor zover er al een discussie was over de vraag of vrouwen grappig zijn, dan was het een discussie in de hoofden van programmeurs en recensenten zoals van den Hanenberg. Een non discussie waar iedere vrouwen die het waagde om toch het podium op te stappen ongewenst in terecht kwam en die het publiek legitimeerde om op een manier over vrouwen te praten die bij mannen ondenkbaar is.
Van den Hanenberg was zeker niet de enige die het als zijn missie zag om vrouwen van het podium te weren. Het is een versleten cliché dat zo voor de hand ligt dat het vies voelt om het op te schrijven maar misogynie zat en zit diep in onze cultuur. Alle mannelijke makers hebben voordeel beleefd aan de manier waarop het speelveld verdeeld werd en wordt.
Terug naar het citaat aan het begin van dit stuk, dat als een prikkende visgraat in mijn keel bleef steken.
“Valentina Tóth en Lisa Ostermann zijn beiden deze week in première gegaan. Het lijkt me het einde van de discussie over de (tamelijk onzinnige, maar nog steeds rondzingende) vraag of vrouwen net zo veel comedy met diepgang kunnen brengen als mannen.”
Het zijn volgens van den Hanenberg twee jonge vrouwen die hier mogen bewijzen dat vrouwen eindelijk gelijk zijn. Niet mannen zoals van den Hanenberg die er achter komen wat voor bord er voor hun kop zat, nu heel heel langzaam hun positie als poortwachter op de tocht komt te staan. Mannen die nu de tijden veranderen, de geschiedschrijving zo proberen te verbuigen dat ze op hun plek kunnen blijven zitten.
Als theatermaker baart het mij grote zorgen dan een platform als de Theaterkrant, dat voorkomt uit een stichting die als doel heeft de Podiumkunst te bevorderen, nog steeds niemand heeft kunnen vinden om over ons vak te schrijven op een manier die recht doet aan alle makers en hun talenten. Iemand die in staat is voorstellingen te bespreken op hun eigen merites.
Volg Micha