04 februari 2024

OVT: restitutie/rectificatie

Zondag 4 februari last ik een column voor in OVT waar in ik de makers van de podcast hier hing een schilderij kwalijk nam dat ze onzorvuldig waren. Een paar dagen later lieten de makers weten dat ook ik onzorgvuldig geweest ben. (zie onder deze pagina)  Dat siert mij niet. Toch blijven mijn bezwaren staan. Daarom hier onder de gerectificeerde column, daar onder mijn reactie op de podcast makers)

formuleerdeTerwijl de Hogeschool Utrecht deze week schipperde tussen wel of geen college geven over de Holocaust, werden mijn gedachten gekaapt door de NRC-podcast Hier hing een schilderij. Een achtdelige serie waarin Pieter van Oss en Emmie Kollau reconstrueren hoe het schilderij Bild mit Häusern van Kandinsky in het bezit kwam van het Stedelijk Museum en waarom het meer dan 80 jaar later werd overgedragen aan Rob en Francesca Lewenstein (hier stond  de erven Lewenstein).

In de eerste aflevering is Van Oss aanwezig bij de persconferentie die de erven met hun advocaat geven op de dag dat het kunstwerk wordt gerestitueerd. En dan valt Van Oss iets vreemds op:

 “dus die Rob en Francesca Lewenstein kregen dat werk in handen. En wat ik zelf daar merkwaardig vond, is dat daar eigenlijk helemaal geen feestelijke sfeer hing”

De verbazing bij van Oss dat er geen feest werd gevierd op de dag van teruggave wordt in de podcast serie meerdere keren herhaalt. Dit deed bij mij de vraag rijzen waarom Van Oss eigenlijk een feeststemming had verwacht. Omdat het 80 jaar heeft geduurd voordat het Stedelijk het schilderij eindelijk teruggaf? Of had er gefeest moeten worden omdat het 60 jaar heeft geduurd voordat het Stedelijk überhaupt onderzoek ging doen naar de vraag of ze roofkunst in hun bezit hadden? Of had deze podcastmaker feest verwacht omdat de teruggave voor alle betrokkenen herinneringen opriep aan één van de duisterste periodes uit de wereldgeschiedenis? Ik vermoed dat Van Oss bedoelt dat de Lewensteins wat hem betreft feest hadden moeten vieren omdat het schilderij dat werd teruggegeven inmiddels heel veel geld waard is.

Stel dat de erven Lewenstein inderdaad op de tafels hadden staan dansen en slingers hadden opgehangen, zou Van Oss dan wel tevreden geweest? Natuurlijk niet. Dan had hij in hun gedrag bewijs gezien voor hun werkelijke motieven. Dat het hier niet om rechtvaardige restitutie ging maar om sluwe lieden die enkel en alleen op geld uit waren. Zie daar in een notendop de reden dat veel joden zelfs nu, bijna tachtig jaar na de Shoah, geen zin hebben om achter gestolen tegoeden aan te gaan.

De podcast waar ik dit fragment uithaal, loopt over* van dergelijke insinuaties, historische onjuistheden en een gebrek aan nuance. Zo stelt in aflevering twee de voormalig voorzitter van de Restitutiecommissie Fred Hammerstein dat het probleem is dat we nu geen slachtoffers meer hebben van het Naziregime want die zijn inmiddels allemaal dood. Terwijl de kern van het probleem bij roofkunst natuurlijk is dat er na de bevrijding überhaupt nauwelijks overlevenden waren. Restitutie gaat er nu net om dat recht wordt gedaan ook als de slachtoffers van het onrecht niet meer leven. Dat betekent dat kunst vaak terecht komt en kwam bij mensen die verre familie waren van overlevenden.*   De rest was immers vermoord.

Het enige tegengeluid*** (er klinkt zoals de podcast makers terecht opmerken wel degelijk tegengeluid. Maar dat is steeds heel ambtelijk.  dat we horen is van de belangenbehartiger (hier stond advocaat) van de Lewensteins, maar die wordt stelselmatig neergezet als een handige zakenman die vooral geld wil verdienen aan restitutie. Hij maakt, zo suggereren de makers, deel uit van de zogenaamde Holocaust-industrie. Dat zonder zulke advocaten veel kunst nooit bij rechtmatige eigenaren zou zijn beland omdat overheden, waaronder de Nederlandse, decennialang op hun handen bleven zitten, lijkt niet tot de podcastmakers door te dringen.****

NRC adverteerde de podcast door in reclames te stellen dat de omgang van Nederland met de Kandinsky ons iets zegt over het nationale schuldgevoel. Daarmee is de suggestie aan het begin van iedere aflevering weer dat het kleurrijke schilderij van Kandinsky vooral teruggegeven is omdat Nederland zich zo schuldig voelt over wat het de joden heeft aangedaan.***** Dat de makers na acht afleveringen schoorvoetend toegeven dat het misschien ook iets met rechtvaardigheid van doen had, komt dan wel erg laat.

Als iemand zich schuldgevoel zou moeten voelen, dan zijn het wat mij betreft de podcastmakers en de redactie van NRC die hen had moeten behoeden voor hun gemakzucht, eenzijdige berichtgeving en vooringenomenheid. Een extra lesje geschiedenis aan de Hogeschool Utrecht zou in ieder geval geen kwaad hebben gekund.

 

** In aflevering 1

Na ongeveer 16 minuten (hangt af van de variërende reclames voor de aflevering) snerend over één van de erven Levenstein gedaan alsof diens liefde voor kunst niet oprecht kan zijn. “I Love art” bouwt van Oss de Engelse woorden na. Alsof liefde voor kunst alleen legitiem is wanneer je vader hoogleraar kunstgeschiedenis is.

Na ongeveer 17 minuten wordt gesproken over kunst die tijdens de oorlog in “verkeerde handen viel” alsof het de zwaartekracht was waardoor de kunst van joodse bezitters in handen van een ander viel.

Na ongeveer 33 minuten zegt van Oss dat de fout door het stedelijk is gemaakt, want die hebben (na meer dan 60 jaar sic) opgeschreven dat het schilderij misschien niet eerlijk in hun bezit kwam. Door het een fout te nomen geven de makers aan vooringenomen te zijn.

In aflevering 2 Constateert van Oss tot zijn verbazing dat er voor de oorlog ook vermogende Joden Nederland woonden. In plaats van zijn eigen gebrekkige historisch besef te benoemen, doet hij het voorkomen alsof hij daarmee een mythe ontmaskert. Later komt een man aan het woord die weet te vertellen dat er in 1890 30.000 joden in nederland woonden.  (tussen 1940 en 1945 werden er meer dan 100.000 vermoord, dus waar die dan vandaan kwamen is een raadsel)  Een journalist controleert zulke informatie voor het online komt.

**Soms zijn er geen erven meer te vinden dan word bij banktegoeden bijvoorbeeld gekeken of het geld dat nooit terug is gegeven, misschien naar een goed doel kan. Dat maakt het onrecht niet ongedaan, maar het is een poging toch iets recht te zetten.

***het was niet moeilijk geweest om een paar mensen te vragen die zich uitspraken voor restitutie

**** Aan kunst die netjes is terug gegeven kan door niemand verdiend worden. De keuze om marktwerking los te laten op restitutie is wrang, maar zou niet bestaan als instellingen die roofkunst bezaten er zelf achteraan waren gegaan.

***** een wonderlijke gedachte wanneer je je realiseert dat restitutie pas meer dan 50 jaar na dato langzaam op de politieke agenda kwam.

Reactie podcast makers:

 

Aan de redactie van OVT en wie er verder belang in stelt,

Iedereen heeft recht op zijn eigen woede, terecht of onterecht. Toch willen wij, makers van de podcast Hier hing een schilderij,  kort reageren omdat Micha Wertheims woede-uitbarsting, uitgezonden door OVT op 4 februari, geen recht doet aan de podcast die wij hebben gemaakt. Vooral niet omdat de column die Wertheim wijdde aan de podcast (waarover wij makers eerder in een OVT-uitzending mochten vertellen: https://www.nporadio1.nl/podcasts/ovt-fragmenten-podcast/99544/1605-de-dilemmas-rondom-de-teruggave-van-naziroofkunst) overloopt van de feitelijke onjuistheden.

We noemen er een paar. Eén: bij de persconferentie kort na de restitutie van het schilderij Bild mit Häusern (1909) van Wassily Kandinksy waren niet de erven aanwezig aan wie het schilderij is gerestitueerd, maar de erfgenamen van de man die de laatste joodse bezitter, Irma Klein, al voor de oorlog had verlaten.

Dat is inderdaad een fout van mij. Maar het zijn de mensen vaarvan zelfs de podcast makers helemaal aan het einde constateren dat het hen waarschijnlijk toe komt. De vraag blijft waarom die mensen feest zouden moeten vieren. De aanleidign voor de hele restitutie is toch verschrikkelijk droevig.

 Twee: wij zouden hun zaakbehartiger, die dus géén advocaat is, 

Ook daar was ik onzorgvuldig. Al is een advocaat ook een ander woord voor belangenbehartiger.

“stelselmatig” neerzetten als “een handige zakenman” die vooral geld wil verdienen aan restitutie. Probleem: hij is een zakenman die veel geld verdient aan de holocaust.

Nee hij verdient geld aan het fijt dat de overheden jaren lang weg hebben gekeken. Je zou ook kunnen zeggen: Het stedelijk heeft jaren lang geld verdient aan de het tentoonstellen van een schilderij dat misschien daar niet had moeten hangen. Ook vermoed ik dat de podcast makers zelf geld verdienen met deze podcast. Zijn die dan ook onderdeel van die industrie?

Hij doet daar ook niet schimmig over en in aflevering 5 legt hij uitgebreid uit waarom daar ook niks mis mee is.

Als de makers het daar mee eens waren zouden ze net zo goed dat stuk over met verdachtmakingen weg hebben kunnen laten.

Wertheim zegt dat “het enige tegengeluid” in de podcast van deze man komt.  Dat is onjuist: de grote meerderheid van de mensen die in de podcast aan het woord komen zijn pro-restitutie. Onder anderen de verantwoordelijk wethouder Touria Meliani, de directeur van het Stedelijk (die van gedachten veranderde, eerst tegen, toen voor restitutie) en Boris Dittrich, een lid van de Eerste Kamer die er trots op is dat hij de restitutie heeft geholpen, “buiten de procedures om”.

Ook dat klopt. Toch hadden de makers een paar mensen aan het woord kunnen laten, zoals Frits Barend die toch heel duidelijk een stem was in deze discussie die een net wat scherper minder formalistisch geluid lieten horen.

We begrijpen ook niet goed wat Wertheim met “tegengeluid” bedoelt, aangezien een van de twee makers (Emmie) in de achtste aflevering concludeert dat het schilderij terecht is gerestitueerd.

Precies dat. Na acht afleveringen waarin steeds gezegd word dat de eigenaren feest hadden moeten vieren en dat die restitutie vooral iets zou zeggen over schuldgevoel komen ze er dus achter dat ze het misschien helemaal mis hadden. Waarom dan niet even terug naar de teken tafel en accepteren dat je premisse niet klopte. Dan had ook de reclame campagne aangepast kunnen worden.

Sterker, ze zegt zelfs “op de lijn Palmer te zitten” – Palmer is de eerdergenoemde zaakbehartiger van “het enige tegengeluid”. De andere maker (Pieter) denkt er anders over. Hij meent dat de gemeente de zaak, na uitkomen van het rapport Kohnstamm, opnieuw voor de restitutiecommissie had moeten brengen.

Hij is ook de gene die vindt dat joden feest moeten vieren.

Deze standpunten samen getuigen volgens ons van tamelijk veel nuance, misschien te veel zelfs, maar gek genoeg is Wertheims belangrijkste verwijt tegen de podcast dat die “overloopt” van “een gebrek aan nuance”. Plus: “historische onjuistheden”. We zouden een extra lesje geschiedenis moeten nemen aan de Hogeschool Utrecht.  

Nog een voorbeeld dat misschien geholpen had. In een gesprek vertelt iemand over joden die na de oorlog bij buren hun eigen meubels zagen staan, en al dan niet besloten terug te halen. Dat soort verhalen hebben veel joden. Dat is ook restitutie, zeggen de makers. Maar dat is gewoon diefstal die heel makkelijk te bewijzen is. Wat dit onderwerp zo ingewikkeld maakt en dat voorbeeld zo onzinnig, is dat bijna alle joden dood waren na de oorlog. Dat er geen erfgenamen waren. Als die er al waren dat het heel moeilijk was die te vinden. Dat de overheid daar beslist geen haast mee maakte. “I LOVE ART” heet een aflevering van de podcast. Daarin gaat het over de vraag of de man die het kunstwerk krijgt genoeg of op de juiste manier van kunst houd. Maar die man heeft dat schilderij nooit gekocht, en ook nooit naar de veiling gebracht. Dat is heel lang geleden gebeurd. Dus het doet er niet toe of hij van kunst houdt. Misschien haat hij kunst, dan nog doet dat werkelijk niets af aan de vraag of het schilderij eigenijk van hem is. Zoals het fijt dat Pieter suggereert dat hij het schilderij veel beter kan waarderen niets betekent.

In dat kader was het misschien interessanter een aflevering te maken over de vraag waarom joden in 1940 wanhopig spullen begonnen te verkopen. Niemand in de wereld wilde joden hebben. Dus hadden ze geld nodig om te vluchten. Ook als ze niet zeker wisten of ze gingen vluchten of konden vluchten.

Hopelijk wil Wertheim in een volgende uitzending van OVT doen wat hij in zijn column naliet: uitleggen welke ‘feitelijke onjuistheden’ hij in onze podcast heeft beluisterd. Want dan hebben we tenminste iets te discussiëren met elkaar, wat ons interessanter lijkt dan het louter rechtzetten van feitelijke onjuistheden in zijn radiocolumn.

Ik weet niet of dat zinnig is, maar bij deze toch een poging.