14 juni 2024

Transitie Journaal: Theater

Net als iedereen is het Transitieteam tegen oorlog. Toch is oorlog soms onvermijdelijk. Wie strijdt tegen een bezetter of met dodelijk geweld wordt aangevallen, zal zich moeten verdedigen. Maar oorlog is vooral onmisbaar voor de Transitie.

In tegenstelling tot wat historici vaak beweren, maken oorlogen een gecompliceerde wereld heel overzichtelijk. Kies een kant en je bent klaar. Bovendien geeft oorlog Transitieteams de kans om snel door te pakken.

Deze week waren we te gast op de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam. In dat gebouw, waar over een paar jaar appartementen zullen komen, hingen veel affiches die niet gingen over theater, maar over een oorlog. Engelstalige affiches die niet opriepen tot vrede of verdraagzaamheid, maar tot de overwinning.

Dat deed ons goed.

Vrede, en de compromissen die daarmee gepaard gaan, zijn de vijand van de Transitie. Meer dan eens lazen we een leus die door de burgemeester van Amsterdam wordt gezien als onnodig polariserend. Een slogan die fijn bekt, maar volgens haar door sommige Amsterdammers als bedreigend kan worden ervaren. Het Transitieteam was trots op de schoolleiding die dat toelaat. Dat veel studentes zich in het verleden op die school niet veilig hebben gevoeld, is geen reden om de school een veilige plek voor andere studenten te maken. Oorlog is oorlog.

Nog mooier vonden we het dat er nergens in de school een affiche hing waarop de leerlingen zich uitspraken over politieke ontwikkelingen in Nederland en Europa. Niet over de toeslagenaffaire, niet over vreemdelingenhaat en niets over onze nieuwe regering. Zaken die er niet toe doen zolang er oorlog moet worden gevoerd.

Uit dankbaarheid en respect voor de studenten en docenten van Academie voor Theater en Dans in Amsterdam besluiten we met een tekst van een toneelschrijver die de politiek inging en veel voor de Transitie betekend heeft:

‘We gaan het parlement in om onszelf te voorzien met wapens uit het arsenaal van de democratie. We worden parlementsleden om de democratie te verlammen met hun eigen steun. Als de democratie zo stom is om ons gratis tickets en salarissen te geven voor deze slechte dienst, dan is dat haar eigen zaak. Wij maken ons daar geen zorgen over. We zullen alle legale middelen gebruiken om een revolutie teweeg te brengen in de huidige situatie. We komen niet als vrienden, zelfs niet als neutralen. We komen als vijanden! Zoals de wolf inbreekt in de kudde schapen, zo komen wij.’